Ongewenste omgangsvormen

Ongewenste omgangsvormen zijn vormen van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).
Elke medewerker kan hiermee te maken krijgen. De omgang met collega’s en cliënten kan veel invloed hebben op hoe iemand zich voelt, zeker als er sprake is van pesterijen, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. Dit kan tot ernstige psychische en psychosomatische klachten leiden.
De werkgever is verplicht beleid te maken om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. De medewerker zelf draagt hiervoor uiteraard ook medeverantwoordelijkheid. Werk gebonden psychische aandoeningen vormen de meest voorkomende beroepsziekte. In de Arbowet is in artikel 3 opgenomen dat de werkgever een beleid voert, gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting. Om enig inzicht te krijgen in de omvang van PSA kan gebruik worden gemaakt van het geanonimiseerde jaarverslag van de vertrouwenspersoon, de uitkomsten van de wettelijk voorgeschreven risico-inventarisatie en evaluatie en uitkomsten van bijvoorbeeld medewerkers tevredenheidsonderzoeken.

De vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen heeft de volgende taken:

  • aanspreekpunt voor medewerkers met meldingen of klachten over (seksuele) intimidatie, pesten, agressie, geweld en discriminatie.
  • opvang, begeleiding en ondersteuning van medewerkers.
  • advies geven over eventueel verder te ondernemen acties door medewerker.
  • op verzoek van de medewerker stappen ondernemen gericht op het zoeken naar een oplossing.
  • op verzoek begeleiden van medewerkers die overwegen een klacht in te dienen bij de klachtencommissie.
  • verlenen van nazorg aan de medewerkers.
  • het gevraagd en ongevraagd advies geven aan het bevoegd gezag.
  • een anoniem jaarverslag met het aantal meldingen en klachten met eventuele conclusies en aanbevelingen.